Een van de partijen op de lijst van ITchannelPRO voor de Datacentergesprekken is Penta Infra. Het bedrijf is in Nederland nog niet zo bekend, terwijl het hier wel al drie datacenters beheert. De footprint in Duitsland is aanzienlijk groter. Ook in Kopenhagen heeft Penta Infra een colocatie faciliteit. Reden genoeg dus om van MD Alex Bakker en Cees Greyn, Business Development, te horen wat Penta Infra doet en wat zij op de markt zien.
Datacenter Friesland – uitgelezen kans
Penta haalde medio 2020 in het nieuws toen het datacenter Friesland kocht. Dit datacenter heeft twee gebouwen in de noordelijke provincie en een duidelijk profiel. Alex: “Wij vernamen dat de eigenaar open stond voor een transactie. Voor ons was het een uitgelezen kans. Onze footprint in Nederland nam in een keer toe en het is een bedrijf dat uitstekend bij ons past.” Penta is namelijk sterk geïnteresseerd in de edge, het kijkt naar datacenters buiten de bekende hotspots. “Stedelijke gebieden met meer dan 500.000 inwoners, of – zoals in Leeuwarden – met een kleiner aantal maar met een sterke netwerkfunctie en lokale economie – spreken ons aan. Daar is genoeg lokale bedrijvigheid en er wonen genoeg mensen voor Penta om een edge datacenter te kunnen exploiteren.”
Een andere reden waarom datacenter Friesland een welkome uitbreiding was van het Penta portfolio was heeft te maken met de activiteiten over de grens. De Duitse markt waar het bedrijf nu al zeven datacenters heeft is op punten anders. Om daar verder te kunnen groeien is onder andere nog meer kennis van colocatie nodig. Die kennis kan met deze deal worden uitgebreid.
Klantwensen en partners
Cees: “Wij zijn een mix van een operator en een exploitant. Een deel van onze business in Duitsland is gebaseerd op single tenants. Voor de volgende fase van ontwikkeling moeten we meer multi tenant aanbod in de markt zetten. Daar draagt een bestaand en goed draaiend datacenter, zoals dat in Friesland, aan bij. Hiermee bouwen we schaal op, en de ervaring.”
De reden om het aanbod uit te breiden met meer opties voor multi tenant gebruik heeft alles te maken met de klantvraag in Duitsland, Nederland en Denemarken. “We merken dat klanten meer willen. Voor zaken als connectiviteit steken we zelf ook nog wel eens de spade in de grond,” zegt Alex. “Maar het liefste kiezen we voor partners.“
Eigen personeel
Er is een duidelijk grens die Penta trekt om het werken met externe partners en dat is als het gaat om het personeel in het eigen datacenter. Alex: “wij werken met eigen personeel. Daar is geen discussie over mogelijk. Wat is nou een datacenter zonder eigen personeel? Hoe kun je het vertrouwen van de markt winnen als externen je core business beheren? Dat staat dan nog even los van het prijsverschil, want eigen personeel is naast betrouwbaarder en gecommitteerder ook gewoon goedkoper.”
Cees spreekt over een ontwikkeling waar weinig aandacht aan wordt besteed. “De grote Amerikaanse datacenters starten in Europa allemaal met extern personeel. Zodra de basis is gelegd schakelen ze over naar eigen personeel. Zelfs bij de hyperscalers, die toch echt een ander businessmodel hebben, komt dat nu meer voor.” Volgens Cees heeft die stap alles te maken met de behoefte aan goed gemotiveerd personeel en is het de manier om de operatie efficiënt te kunnen doorvoeren.
Datacenter efficiency
Daarmee stipt hij nog een onderwerp aan dat wel regelmatig de pers haalt: datacenter efficiency. Omdat Penta in meerdere landen actief is en kennis over ontwikkelingen elders in de EU op de voet volgt kan het de verschillen helder benoemen. Cees en Alex zien op de Duitse markt een sterke belangstelling op de techniek zelf, terwijl in Nederland het woord efficiency in hoofdletters wordt geschreven.
Rol en uitdaging voor de edge
Voor beide landen geldt volgens zowel Alex als Cees ook dat er vraag blijft bestaan naar kleinere dus regionale datacenters. Die vervullen aan de edge een wezenlijke rol. Cees: “Ze zijn ook de oplossing voor al die bedrijven die de data weer uit de cloud halen omdat de lock-in en het prijskaartje niet langer geaccepteerd wordt. Lokale IT bedrijven zijn heel goed in staat vergelijkbare oplossingen te bieden en omdat je data om de hoek staat heb je ook een betere latency.”
Alex: “Als we het over latency hebben dan gaat het over connectiviteit. Dat wordt ook voor kleinere datacenters, steeds belangrijker. Het aantal carriers dat je binnen hebt kan uitmaken of je een deal krijgt. Cloudopritten of express routes leveren wij ook, daar vraagt de klant gewoon om.”
Waar de klant ook om blijft vragen is persoonlijk contact. Cees: “Dat blijft een worsteling voor de grote partijen en dat zie je terug in de klanttevredenheid en churn.” Volgens Alex is dat ook een onderschatte uitdaging voor het businessmodel van de edge. “Als je dat internationaal wil uitrollen zul je in al die landen personeel moeten hebben. Dat is echt een grote uitdaging.”
Het vorige artikel in de tweewekelijkse reeks datacentergesprekken was met Interconnect. Medio augustus verschijnt het volgende artikel.